In Wageningen heb ik een eetbare tuin aangelegd. Ik heb het ontwerp gemaakt en de planten in de grond gezet. Omdat de tuin mooi beschut op het zuiden ligt, heb ik de eigenaar een amandelboom en abrikozenboom aangeraden. Deze bomen haal ik bij de biologisch-dynamische kweker De Vrolijke Noot in Drenthe, waar de bomen in weer en wind op een weiland de tijd krijgen om sterk op te groeien. Ze zijn geënt op onderstammen van Nederlandse pruimenbomen, waardoor deze bomen heel goed geschikt zijn voor ons klimaat. Bovendien kunnen de amandelboom en abrikozenboom van deze kweker elkaar bevruchten. De derde boom is een appelboom.
Plantengildes
De bomen vormen de basis voor de plantengildes. In plantengildes versterken de planten elkaar en werken ze samen. De amandelboom en abrikozenboom vormen een goede combinatie met witte dovenetel en duizendblad voor het aantrekken van insecten voor de bestuiving, met bieslook en knoflook tegen ziektes en schimmels, en met dille tegen luis. De appelboom vormt een goede combinatie met de rode aalbes en de bosaardbei omdat ze alle drie enige schaduw kunnen verdragen. Rode klaver ook, deze legt stikstof vast in de bodem en trekt insecten aan.
Minder terras, meer tuin
Een deel van het terras is eruit gehaald om meer ruimte aan de beplanting te geven. Een hovenier waarmee ik samenwerk heeft een pad aangelegd van de overgebleven stenen, en ik heb er een kruidenspiraal van gemaakt. De kruidenspiraal eindigt bij een kleine vijver.
Opvang regenwater
Vanwege de grondsoort en de grondwaterstand is de locatie niet geschikt voor een wadi. Ik heb de eigenaar aangeraden om een hoge smalle regenzuil van 400 liter aan te schaffen. Deze neemt weinig ruimte in beslag en vanwege de drukopbouw kun je er een tuinslang op aansluiten.